Het mysterie van de familieziel

Gebaseerd op interviews met Daan van Kampenhout, Else-Marie van den Eerenbeemt en Elly te Brake

Wat is het dat familiebanden zo anders maakt dan andere relaties? Waar komt die eindeloze loyaliteit vandaan?
En kun je gaten in de ‘familieziel’ repareren?


In de prachtige film ‘The Straight Story’ van David Lynch, gebaseerd op een waargebeurd verhaal, gaat de 73-jarige Alvin Straight op weg om zijn broer Lyle te ontmoeten die honderden kilometers verderop woont. Ze zijn vervreemd van elkaar, praten al tien jaar niet meer met elkaar. Nu heeft Lyle een beroerte gehad en Alvin wil het goed- maken, voordat hij sterft. ‘Niemand kent je beter dan je broer,’ zegt hij. ‘We hebben onvergeeflijke dingen tegen elkaar gezegd, we waren boos, we waren dronken… maar dat wil ik achter me laten. Ik wil weer met hem naar de sterren kijken, zoals vroeger.’ Omdat hij geen rijbewijs heeft en geen geld, gaat hij op weg op een gazonmaaier. Onderweg heeft hij allerlei ontmoetingen en op een avond komt er een tienermeisje bij zijn kampvuur zitten. Ze is zwanger, en van huis weggelopen.
In een onvergetelijke scène geeft Alvin haar de metafoor mee van de takjes en de bundel: als je een heleboel dunne twijgjes neemt en die een voor een probeert te breken, zegt hij, dan gaat dat moeiteloos. Maar als je de takjes samenbindt en dat bundeltje probeert te breken, lukt het je niet. ‘Die bundel,’ zegt Alvin, ‘dat is familie.’ De volgende ochtend is het meisje verdwenen; ze is op weg terug naar huis.

Je familie steunt je door dik en dun; het is een soort natuurwet.

In de praktijk is het helaas niet altijd waar. Maar familiegevoelens gaan peilloos diep. Er is een soort onverbrekelijke loyaliteit tegenover de mensen bij wie je bent opgegroeid, wat er ook gebeurt. We hebben oneindig veel voor onze familie over. Misschien ben je anders dan de rest, misschien ben je uitgebroken, je eigen weg gegaan, heb je andere normen en waarden gevonden die beter bij je passen dan die waarmee je bent opgegroeid – toch blijft dat gevoel van verbondenheid onder al het andere aan- wezig. Je familie is een bron van kracht en inspiratie, van warmte, veiligheid en harmonie. Je kunt nog zo’n carrièremaker zijn, als je thuiskomt bij de familie valt alles van je af. Je voelt je weer opgenomen en gezien zoals je bent: gewoon het kleine zusje met haar heel eigen plek in het geheel…

Een krappe jas

Dat er een negatieve kant is, weten we ook allemaal. Je familie is je eerste omhulsel als je op aarde komt, je eerste liefdeservaring, maar ook je eerste bron van pijn. Wait ’till you go home for Christmas – het is een grapje dat in therapeutenkringen en groeigroepen de ronde doet. Misschien voel je je helemaal niet het geliefde Benjaminnetje, maar het onnozele nakomertje over wie iedereen grapjes maakt, net als vroeger.
Of de verantwoordelijke oudste zus die eigenlijk moet zorgen dat iedereen gelukkig is. En hoewel je in serene innerlijke rust aan de kersttafel bent aan- geschoven, ben je tegen de tijd dat het toetje wordt opgediend geagiteerd en geïrriteerd – misschien weet je niet eens precies door wie of door wat.
“Iedereen heeft een antenne voor het gevoelsveld van de familie. Op een familiefeest val je meteen terug op je oude plek,” zegt counsellor en familieopsteller Elly te Brake. “Het leuke is de vertrouwdheid en de her- kenning. Maar soms is het net of je familiejas te klein geworden is – en toch zit je daar in die te krappe jas.
Het zijn neurologische paden in je hersenen, die zo diep zijn uitgesleten dat het vierbaanswegen zijn geworden. Als je het anders wilt doen, moet je je eigen paadje uithakken in het oerwoud van het nieuwe. Dat is een hoop werk.”

Happinez-2“Rond Kerstmis heb ik het drukker dan een poelier,” grapt Else-Marie van den Eerenbeemt, familie- therapeute. “Soms krijg ik eind augustus al een cliënt die zich zorgen maakt.

Bijvoorbeeld iemand met gescheiden ouders; als ze naar moeder gaat met Kerst is vader boos, en andersom. Het liefst wil ze niemand meer zien en de hele familie de rug toekeren. Maar dat heeft ook consequenties. Niets doen is gevaarlijker dan iets doen, zeg ik altijd. Kerstmis is een feest om herinneringen aan op te hangen en die zijn gekleurd door je familie. Ik ken twee vrouwen die allebei hun familie ontvluchtten en samen weg- gingen en toen hevige ruzie kregen over hun familie. Want niemand mag jouw familie beledigen, behalve jijzelf. Mijn advies is om een compromis te sluiten: misschien kun je wel Oud en Nieuw met je moeder vieren, of haar het weekend vóór Kerst uitnodigen.” Van den Eerenbeemt noemt het ‘zijnsloyaliteit’, die sterke band met de familie. Zoals Marc Chagall zei: ‘Altijd draag ik in mijn ziel het landschap van mijn ouders mee.’

Familie als opdracht

“Geen mens is de vijand van zijn ouders,” zegt ze. Als je met je familie breekt, werkt dat door in je andere relaties: die moeten dan goedmaken wat er mis is.”
Van je familie krijg je een opdracht mee, zegt deze familietherapeute. Die kan positief zijn, zoals: ‘wij zijn sociaal, wij delen’, of negatief, bijvoorbeeld: ‘bij ons hebben de meisjes geen mannenvlees’.
“Je moet dan ontdekken wat bij jou past en wat niet. Alsof je je hele geestelijke en emotionele erf- goed door een zeef laat vallen. Wat kostbaar is voor jou, blijft op de zeef liggen.” Als lid van een familie ben je niet alleen ontvanger, maar ook doorgever: wat jij in je zeef hebt laten liggen aan kostbaarheden, geef je door aan je kinderen en kleinkinderen.

Een wiel van zielen

Daan van Kampenhout combineert sjamanisme en familieopstellingen – een vorm van therapie waarbij willekeurige mensen familieleden vertegenwoordigen – in een methode die hij zelf ontwikkeld heeft: Systemic Ritual. Volgens hem ben je niet alleen onderdeel van de familieziel, maar ook van een collectieve ziel of tribal soul, en uiteindelijk van een universele ziel. Daartussen zit dan nog je eigen, individuele ziel.